Veel mensen nemen supplementen, omdat ze geloven dat deze een positieve bijdrage leveren aan hun gezondheid of het verbeteren van hun prestatie.

Alleen, is dat ook zo?

In de meeste gevallen is het enkel zinvol om supplementen te gebruiken, wanneer je ergens een tekort aan hebt.

Wanneer je een tekort hebt aan magnesium, dan is het verstandig om dit te suppleren. Indien je vitamine D laag is, helpt een supplement dit naar een gezond level te krijgen.

Mocht je geen tekorten hebben, dan voegt een supplement weinig toe.

Helaas gaat in dit geval “baat het niet dan schaadt het niet”, niet op.

Een teveel aan een bepaalde vitamines/mineralen kan de absorptie van een andere micronutriënten verhinderen. Op die manier kun je door suppleren juist tekorten creëren.

In de begeleiding van mijn cliënten is er eigenlijk maar één supplement dat ik standaard aanbeveel; creatine.

Creatine verbetert over een langere periode genomen de sportprestatie, omdat het invloed heeft op hoe de cellen met energie omgaan. Daarnaast ondersteunt creatine ook cognitieve functies en zijn er zelfs aanwijzingen dat het beschermt tegen ouderdomsziekten, waaronder dementie.

Om deze reden zou eigenlijk iedereen dagelijks 5 gram creatine moeten nemen. De goedkoopste variant, creatine monohydraat, is daarvoor een prima keuze.

Gebruik jij al creatine?