Om gewicht te verliezen, zul je een energietekort moeten hanteren. Oftewel, minder eten dan je verbruikt.

In een energietekort zal je lichaam vetmassa gaan aanspreken als brandstof, waardoor je afvalt. Je lichaam zal in een tekort echter ook vetvrije massa gaan gebruiken om in de energiebehoefte te voorzien.

Zonder krachttraining zul je tijdens een afvaltraject zo’n 25% vetvrije massa verliezen, waarvan een groot deel spier betreft.

Behalve dat spiermassa een belangrijke functie heeft voor ons lichaam en esthetisch bijdraait aan een strakkere look, is er een nóg belangrijkere reden dat je spiermassa wilt behouden tijdens het afvallen; de fat overshoot, ofwel het yo-yo effect.

Indien je niet aan krachttraining doet en na een bepaalde periode bepaalt dat je tevreden bent en na een tijd van diëten weer normaal gaat eten, dan zal je lichaam de vetvrije massa die je tijdens het afvallen bent verloren, weer willen herstellen.

Hiervoor maakt het lichaam allerlei hormonen aan, die de eetlust bevorderen. Indien je hier aan toegeeft, zal het lichaam in een langzaam tempo de vetvrije massa gaan herstellen tot het terug is op de oude base line.

Door het eten in een energieoverschot zal echter niet alleen de vetvrije massa toenemen, maar zul je ook vetmassa gaan winnen. De toename van vetmassa gaat echter veel sneller dan dat de vetvrije massa zich herstelt naar het oude niveau.

Hierdoor eindigen mensen na een afvalpoging vaak zwaarder, dan ze initieel wogen vóór ze gingen afvallen. Ze vallen dus niet alleen terug, ze vallen ook nog eens omhoog.

Door 2-4x per week aan krachttraining te doen, hard te trainen en sterker te worden, kun je het verlies van vetvrije massa voorkomen.

Hiermee minimaliseer je de kans op terugval, zodat resultaat blijvend zal zijn.